Niek de Wit

Niek de Wit (Amersfoort, 1956) is hoogleraar Huisartsgeneeskunde aan het UMC Utrecht. Na zijn studie geneeskunde in Utrecht en vooropleiding aan het Tropeninstituut volgden vier jaar als tropenarts in Malawi, Afrika. Daar zag hij wat naast de verdiensten ook de beperkingen van de curatieve zorg zijn. En hoe belangrijk integrale, populatiegerichte zorg is.   

Na terugkeer in Nederland besloot hij daarom huisarts te worden. In Rhenen was hij zeventien jaar huisarts met vijf collega’s in een van de eerste gezondheidscentra van Nederland. Parttime werkte hij aan de universiteit, in onderzoek en onderwijs.

In 2009 stapte hij van Rhenen over naar Leidsche Rijn, om daar vanuit het UMC als medisch directeur de Julius Gezondheidscentra op te zetten. Multidisciplinaire, innovatieve eerstelijns zorg vlak bij de burgers. Samen met collega’s van andere Utrechtse organisaties hielp Niek de Wit daarnaast het regionale zorgnetwerk vormgeven.

Na tien jaar Leidsche Rijn, met inmiddels vijf bloeiende gezondheidscentra, keerde hij in 2020 terug in het UMC als medisch wetenschappelijk voorzitter van het Julius Centrum, de eerstelijns divisie van het UMC. 

Zijn missie: “helpen bouwen aan goede, doelmatige en toegankelijke gezondheidszorg in Utrecht, vormgegeven in het Utrechts zorgnetwerk, voor en samen met de burgers”.

Niek is lid van de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut, toezichthouder bij Hospice Demeter in de Bilt en bij de Regionale Huisartsenorganisatie Gelderse Vallei. En heeft nog een ‘Utregse’ passie: al 15 jaar met de familie een seizoenskaart bij FC Utrecht.



» » Niek de Wit

Quinten PeelenQuinten Peelen INTERVIEW

"De culturele sector is hechter geworden"

Quinten Peelen, directeur K. F. Hein Fonds, ziet na de Corona-verlamming de levenslust van de culturele sector in en om Utrecht opleven. “Ik denk dat we een tijd ingaan van experimenteren, nieuwe vormen. En delen, via open source of fysiek” zegt hij in ons interview bij vertrek uit de Utrecht Development Board. “Corona maakt dingen mogelijk die heel moeilijk leken”.

> Lees het hele interview