Joost van Hoorn

Joost van Hoorn is lid van het managementteam van Platform31, onafhankelijk kennisinstituut voor stedelijke en regionale vraagstukken. Hij werkt voor steden en regio’s in heel het land aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Daarbij onderzoekt en verkent hij trends en ontwikkelingen en hoe we daarmee kunnen omgaan.

Die kennis en ervaring zet Joost van Hoorn graag in voor evenwichtige ontwikkeling van Utrecht. Zodat de groei van onze stad niet ten koste gaat van leefbaarheid, gezondheid, karakter en ziel van Utrecht en haar inwoners.

Hij is zoals zovele Utrechters tijdens zijn studietijd (bestuurskunde, economische geografie) voor de liefde in de stad komen wonen. Eerst vijf jaar in Overvecht en nu alweer ruim 12 jaar in Rivierenwijk. Daarover zegt hij: “De afgelopen jaren heb ik me ingezet voor een typisch Utrechts fenomeen: de ouderparticipatiecrèche (OPC). Na jarenlang lid en voorzitter te zijn geweest van OPC De Oase, ondersteun ik nu nieuwe OPC-initiatieven, onder andere in Leidsche Rijn. In mijn vrije tijd voetbal ik in de kelderklasse bij – waar kan het ook anders? – SV Rivierwijkers. Of ik maak samen met vrienden en familie in een kano of bootje een rondje over de grachten”.

Zijn motivatie als lid van UtrechtDB: “Met de Utrecht Development Board wil ik eraan bijdragen dat het sociaal weefsel van de stad wordt versterkt. Juist in deze tijden van verandering en transitie naar een samenleving waarin duurzaamheid en digitalisering steeds belangrijker worden, vind ik het van belang dat iedereen mee kan blijven doen”.



» » Joost van Hoorn

Quinten PeelenQuinten Peelen INTERVIEW

"De culturele sector is hechter geworden"

Quinten Peelen, directeur K. F. Hein Fonds, ziet na de Corona-verlamming de levenslust van de culturele sector in en om Utrecht opleven. “Ik denk dat we een tijd ingaan van experimenteren, nieuwe vormen. En delen, via open source of fysiek” zegt hij in ons interview bij vertrek uit de Utrecht Development Board. “Corona maakt dingen mogelijk die heel moeilijk leken”.

> Lees het hele interview