Column Rien Nagel

Andere kijk op ruimte

Overal lezen we bespiegelingen over het blijvende effect van wat we nu meemaken. Ik hoorde van een groot bedrijf dat net voor de pandemie een project was opgestart om meer virtueel te vergaderen. Ze hadden negen maanden uitgetrokken om alle plussen en minnen en vooral de risico’s goed in kaart te brengen. Vervolgens komt Covid en hebben ze het in negen uur ingevoerd. Onder druk wordt alles vloeibaar.

Ellende op slag vergeten

Een ander inzicht las ik van Geert Mak, onze nationale geschiedschrijver. Hij haalde de Spaanse griep erbij en wist te vertellen dat toen die pandemie voorbij was, mensen heel snel weer leefden alsof die ziekte er nooit was geweest. Terwijl de Spaanse griep veel meer doden heeft geëist dan wat er tot nu toe gebeurt.
Ik voel wel mee met die zienswijze. We zijn er zo aan toe om weer uit te gaan, elkaar te knuffelen, te reizen etcetera, dat het me inderdaad niets zal verbazen wanneer we de hele ellende op slag zijn vergeten.

Geen extra asfalt nodig

Toch zou dat zonde zijn. Er openen zich veel nieuwe perspectieven op het gebruik van ruimte bijvoorbeeld. Als mensen voor een deel de nieuwe vergadermanieren blijven gebruiken en bijvoorbeeld gemiddeld twee dagen per week thuis werken in plaats van hoogstens een dag zoals voorheen, zou dat al zoveel minder ruimtebeslag op de wegen betekenen. Onze hele infrastructuur is af. Geen extra asfalt meer nodig. Hoe mooi en kostenbesparend is dat? Bovendien levert het een mogelijk betere work-life balance. Goed voor onze gezondheid maar ook kan dat een stapje betekenen in het verder rechttrekken van de carrièrekansen van mannen en vrouwen.

Wonen in het groen

De enorme druk op de grote steden waar iedereen bij voorkeur in het centrum wil wonen, wordt verlicht als we niet meer per se elke dag op kantoor hoeven te komen. Dan wordt wonen in het groen met een goede en ruime werkkamer ineens een haalbaar ideaal. Het economisch zwaartepunt van Nederland komt daarmee iets minder in de Randstad te liggen en andere gebieden profiteren beter mee.

Meest strategisch gelegen stad

We hebben binnen de Utrecht Development Board een groepje aan het werk gezet om ervoor te zorgen dat we deze bewegingen niet helemaal aan het toeval overlaten. Utrecht is en blijft de meest strategisch gelegen stad in Nederland. Het is niet voor niets de snelst groeiende stad. Dat zal wel zo blijven. Maar de druk verlichten is voor iedereen goed.

Bereikbaar voor Jan Modaal

Dan nog blijft een forse uitbreiding van de stad nodig. Dat kan zelfs zonder overdrijving een nationale opdracht worden genoemd als je kijkt naar het enorme tekort op de woningmarkt. Een groot deel van de gemiddeld hoogopgeleide en relatief goed verdienende bevolking van Utrecht redt zich nog wel met de hoge prijs van wonen maar voor Jan Modaal moet Utrecht ook bereikbaar blijven.

Autovrije stad

De pandemie heeft allerlei processen in de oude binnenstad in een versnelling gebracht. Plotseling komt ook daar leegstand voor de dag die we niet hadden zien aankomen en zijn B-locaties, waar een Action en Lidl zitten, populair. Hoe kijken we daar tegenaan? Hoe gaan we de oude binnensteden nog meer geschikt maken voor wonen? En moet de toegankelijkheid voor auto’s zo blijven of gaan we daar zoeken naar andere mogelijkheden om de schaarse ruimte in de binnenstad te benutten?

Er zijn al wat kunstzinnige mensen die expressies hebben gemaakt over een autovrije binnenstad. Als je dat op je in laat werken wil je meteen aan die toekomst beginnen; in een heel nieuwe ruimte, liefst niet gedefinieerd als anderhalve meterruimte…

Rien Nagel
Lid Utrecht Development Board

Andere kijk op ruimte ]

> Aanmelden nieuwsbrief



» » Andere kijk op ruimte

Utrecht
Jeroen HermkensRien Nagel, Kees Rutten en Monique Mourits INTERVIEW

"Constructief, maar wel kritisch"

De kracht van de Utrecht Development Board? Drie leden geven een eenstemmig antwoord: de eigen koers los van de politiek, zoekend naar gesprek met de stad en de buurt. Kortom: allereerst in contact met de basis en niet met reguliere machtsfactoren.

> Lees het hele interview