Acht dilemma's
Veel zaken zijn zichtbaar geworden tijdens de crisis, en vragen om een aanpak.
Ook zaken die niet persé uit een van onze thema’s voorvloeien. Maar die ons wel aan het denken hebben gezet, en die we willen delen. Zeven dilemma’s tekenen zich af.
Dilemma 1: Een stad voor binnen of voor buiten en voor formeel of informeel bewegen?
Met de lockdown waren de gymzalen en fitnesscentra dicht, maar ook de officiële sportaccommodaties, terwijl buiten bewegen ook heel goed gaat. Is de stad daar wel voldoende op ingericht, op vrij bewegen, buiten clubverband door mensen zelf, die dat met de moderne technologie toenemend zelf onderling kunnen afspreken.
Dilemma 2: Is het één stad of is het toch een gesplitste stad in afzonderlijke wijken die zelfs uit elkaar groeien?
Van duur tot kwetsbaar, van fit tot ongezond, van slechte woonomstandigheden tot luxe herenhuizen?
Het virus slaat toe op de kwetsbaarste plekken en maakt dus de fysieke verschillen direct duidelijk, dan blijken wijken en werkomstandigheden en huishoudens zeer verschillend, maar zitten de kwetsbaarste bewoners niet geconcentreerd in sommige wijken in de stad?
Dilemma 3: Thuiswerken gaat groeien en is overal mogelijk, omdat breedband overal komt, of maken woonomstandigheden en inkomen vanwege de kosten en leefomstandigheden daarbij toch veel verschil?
En wat betekent dat voor arbeidsmarkt omstandigheden, opleidingsmogelijkheden, ontwikkeling van kinderen en volwassenen? Maar ook met de ruimtelijke effecten, zoals parkeren aan huis of de aanpassingsmogelijkheden van woningen? En hoe goed kunnen woningcorporaties als grote sociale verhuurders daar nu op inspelen en wat aan doen?
Dilemma 4: Maakte het virus niet ook een verschil duidelijk in deze stad tussen verschillende soorten opleidingen en daarmee verbonden werk en economie en bedrijfsleven?
Hadden de academische opleidingen en gevormden evenveel last van het virus als de technische of beroepsmatige? Hangt de ‘opleidingskolom’ samen en functioneert als 1 keten of zijn het toch allemaal verschillende sferen en besturen en instituten? Pakken we daarmee gericht de grote stadsproblemen aan, zoals werkloosheid, analfabetisme, taalvaardigheid?En wat bleek er waar van de oude economische stelling dat hoger opgeleid en duurdere arbeid als een soort schoorsteen werkt voor de algemene economische ontwikkeling en dus ook voor de ontwikkeling van lager gewaardeerde arbeid met minder opleidingseisen? Bleek die schoorsteen-trek er te zijn in deze moeilijke omstandigheden?
Dilemma 5: Was het vreselijk dat we geen cultuur en cultuurproductie hadden tijdens de sluitingen van filmzalen, schouwburgen, theaters en musea, of hebben we toch eigenlijk niets gemist, omdat we druk waren met overleven?
Hebben we de creatieven nu niet hard nodig voor een nieuw inzicht, revolutionaire beelden en gedachten, aanzetten voor een fundamentele verandering waardoor we een nieuwe crisis voorkomen? Of gaan we terug naar ‘business as usual’? Is dit werkelijk een ‘stad van kennis en cultuur’ of blijken dat als de nood aan de man is, alleen maar mooie woorden?
Dilemma 6: In de crisis bleken ons burgerschap en sociaal ondernemerschap levensgroot en cruciaal, in het helpen van elkaar, in sociale initiatieven, in solidariteit, in wijken en buurten, maar duikt dat nu weer onder?
Gaan we weer over tot de officiele waan van de dag, waarin instituten, papieren beleid en officiele instanties belangrijker zijn dan wat op straat en bij de mensen zelf gebeurt? Nemen we al die vrijwilligers die veel draaiende hebben gehouden en het nu weer doen, ‘for granted’, ‘want die zijn er toch’ of ondersteunen we ze en nemen ze zo serieus als ze zijn?
Gebruiken we wat we geleerd hebben om burgerinitiatieven op verschillende terreinen te stimuleren en honoreren?
Dilemma 7: Er was ineens rust in en om de stad, minder vervuiling, minder lawaai, minder drukte. Is dat alleen een bijkomend positief effect van de crisis en gaat dus nu weer over of willen we daar meer van vasthouden?
Dat heeft mogelijk negatieve consequenties voor toerisme, voor horeca, voor openbaar vervoer, maar misschien ook wel positieve op leefklimaat, gezondheid, tegengaan van stress, klimaat? Hoe gaan we dit afwegen?
Dilemma 8: Moeten we de oude economie redden en weer overeind helpen of is het nu ook het moment toe te werken naar een fundamentele hernieuwing van de economie?
Meer regionaal, meer lokaal produceren, meer verspreid produceren, ook in wijken, en ook daar distribueren en verkopen? Integraler, kleinschaliger, milieu bewuster?
Wat kan de stad daaraan doen?
Utrecht Development Board » Appèl: Ruimte voor een andere blik » Acht dilemma's

"Utrecht kan van kunstenaars profiteren"
"Had iemand ooit van Bilbao gehoord zonder het Guggenheim museum?" Jeroen Hermkens, beeldend kunstenaar en UDB-lid, pleit voor meer zichtbare kunst en cultuur in Utrecht. "We snakken naar schoonheid" zegt hij. En hij ziet dat grote culturele projecten een verrassende invloed hebben. "De bouw van het Antwerps Museum MAS heeft in korte tijd een verpauperde wijk een ander imago gegeven".
> Lees het hele interview
